top of page
Foto van schrijverMartijn Veerman

René Descartes definieert wat echt is

Martijn Veerman


I

 

Hij groette ons allemaal heel hartelijk. Hij knikte, schudde handen, haalde zijn haar uit een staart. De start was best droog: ‘Dat wat waar, werkelijk en onvervalst is.’ Maar we gingen er goed voor zitten; dit was René Descartes.

‘Ga er goed voor zitten,’ zei hij, ‘en luister naar wat ik te vertellen heb.’

 

II

 

René Descartes vertelde dat in de natuur alleen de levende wezens die over Rede beschikken de echte van de onechte zaken kunnen onderscheiden. Dat dit eigen is aan de mensen (denken), niet aan de dieren (voelen/waarnemen) of de planten (voortplanting). Dat Aristoteles dat al had ontdekt.

Aristoteles, knikten we, the godfather of science.

‘Ergo,’ zei hij, ‘wat het betekent om mens te zijn, leer je door je in het denken te verdiepen…’

We voelden de diepte in ons zwellen, bloeien, aandringen.

 

III

 

Een vrouw naast mij overhandigde me een briefje:

 

            R van …

e van …

n van …

é van …

 

Ik glimlachte, maar maakte haar ook duidelijk dat ik dit nu niet helemaal gepast vond.

 

IV

 

Descartes vroeg zich af of het idee van echtheid al bestond voordat wij het ontdekte, zoals Plato geloofde. Of creëerden wij het juist door te redeneren, zoals Aristoteles beargumenteerde? Hij vroeg zich af of alles wat je waarneemt en denkt in wezen één groot bedrog is, omdat een machtige, kwaadaardige demon je hersenen manipuleert en zo alles wat je waarneemt en denkt bepaalt – ‘Kan je überhaupt wel zeker weten dat dit níét zo is?’

Schouderophalend zei hij dat hij het ook niet wist.

 

V

 

Is this the real life? Is this just fantasy?

 

VI

 

‘Sommigen zeggen dat wat je helder en onderscheidend, claire et distincte, waarneemt, geen bedrog kan zijn, omdat God niet toestaat dat je je vergist, want God is geen bedrieger. God is perfect. Welnu, duidelijk kunnen waarnemen hangt dan af van Gods bestaan en perfectie. Maar aan de andere kant kunnen Gods bestaan en perfectie niet worden bewezen zonder dat je duidelijk de observaties en stappen in een bewijs kan waarnemen en beredeneren. Dus: wat je duidelijk waarneemt, hangt af van Gods bestaan, maar Gods daadwerkelijke bestaan en perfectie hangen af van duidelijke waarneming en redenatie in je bewijsvoering! Ik noem deze ontdekking: de Cartesiaanse cirkel!’

Zo doorbrak Descartes het glazen plafond van de filosofie vóór hem.

 

VII

 

(Stilte)

 

VIII

 

Descartes nodigde ons uit om nu eens aan te nemen dat alle verwarring en onduidelijkheid in de wereld juist is veroorzaakt en bedoeld door God…

‘In Genesis 11 staat dat de mensen ooit één taal spraken. Ze vestigden zich op een vlakte in de buurt van Sinear, ergens in het huidige Irak, en begonnen een stad te bouwen met een toren die tot aan de hemel zou reiken. God kwam ernaar kijken, voelde niets voor al die hoogmoed en zaaide verwarring door de mensen voortaan vele talen te laten spreken en ze over heel de wereld te verspreiden.’

‘De mensen,’ verzuchtte Descartes, ‘en de mensenkinderen en mensenkinderen op mensenkinderen…’

Ook hij kon zijn religieuze inborst nog niet helemaal onderdrukken.

 

IX

 

‘Gods bestaan en perfectie terzijde. Het hele idee van slechts één betekenisgevende bron voor een tekst! Moeten we dat nog serieus nemen? Ik bedoel: zouden de mensen wereldwijd dit verhaal nu een heldere, echte openbaring vinden? Maar God had de mensen toch juist opzettelijk verward? En wat we hebben kunnen waarnemen, is dat de mensen eeuwenlang talloze scheppingsverhalen hebben gedeeld, geïnterpreteerd, verrijkt, verklaard, vergeleken, ontkracht, weerlegd en zijn vergeten. En in talrijke volkeren, culturen, tradities en talen. Van, zeg, de Babylonier tot de Amerikaan. In, zeg, het Latijn, Frans, Hindi, of Tagalogs. Kan je dan stellen dat het verhaal helder en echt is omdat het Gods woord en bedoeling is? Of kunnen we zoiets pas weten doordat wij, de mensen all over the place, dat claire et distincte hebben waargenomen in onze bewijsvoeringen? Cartesiaanse cirkel, toch?!’

 

X

 

Cartesiaanse cirkel.

Cartesiaanse cirkel.

Cartesiaanse cirkel.

Cartesiaanse cirkel.

Cartesiaanse cirkel.

 

XI

 

Descartes trad al op in onder andere: Manchester, Bristol, München, Hamburg, Ewijk, Amsterdam, Werchter, Brussel, Madrid, Barcelona, Lissabon, Montreux, Parijs, Juan-les-Pins, Wenen, Ostrava, Bréscia, Rome, Los Angeles, Istanbul, Buenos Aires, Rio de Janeiro, São Paulo, Santiago, Bogota, Mexico City, Jakarta, Kuala Lumpur en Seoul.

Zijn tourschema was gewoon openbaar.

 

XII

 

Q: ‘U heeft het over de Rede en bent, voor zover ik kan zien, een heel aimabele, redelijke man. Maar hoe zit het met de emoties, de aangelegenheden van het hart?’

 

A: ‘Dit moet ik nog uitvinden. Wij allemaal. Voortdurend.’

 

Q: Als uw filosofie rond is als een cirkel, hoe zou u dan zeggen dat deze zich ontwikkelt?’

 

A: ‘Als het ware als een luchtballon, waarbij het overzicht toeneemt naarmate je stijgt.’

 

Q: ‘Wat zou dan de brandstof zijn?’

 

A: ‘Een mix van allerlei fundamentalistische theorieën, wereldbeelden, meningen, verhalen en stellingen.’

 

Q: ‘Dus uw filosofie kan, net als een luchtballon, stuk?’

 

A: ‘Stuk? U zou me er een dienst mee bewijzen!’

 

In elk geval gaf hij ons stof tot nadenken.

 

XIII

 

Een zachte buiging.

Handgeklap.

Applaus, een staande ovatie.

Na afloop was er gelegenheid om Descartes persoonlijk te bedanken. Mijn buurvrouw en ik scoorden een handtekening.

De organisatie gaf Descartes vooraanstaande wijn en voerde hem hun favoriete gezonde snacks.

Na een poosje fatsoeneerde hij zijn cape. Hij wenste iedereen een fijne voortzetting van de dag en vertrok.

 

XIV

 

En de vrouw naast mij? Haar naam bleek Lilian en inmiddels zijn we al bijna zeventien jaar samen.

            Nog steeds bespreken we af en toe Descartes’ lezing en puzzelen we op de beste invulling van het briefje dat ze me die bewuste dag overhandigde.

Als dat geen echte liefde is…

 

 

Martijn Veerman. Oorspronkelijk uit de buurt van Amsterdam, waar hij in de collegebanken Wijsheid begeerde, resideert Martijn Veerman nu op een kleine, onontgonnen schrijfzolder op een onbekende plek, alwaar door de populatie (n=1) hard wordt nagedacht over de interactie tussen mens, feit en fictie, realiteit en fantasie, waarheid en wensbeeld, zin en onzin. De voorlopige conclusie luidt dat deze interactie zich ook gewoon dagelijks op straat voltrekt waar je bij staat. Martijn schreef eens een essay over humor, en (ultra)kort proza

 



Beeld: Uitsnede schilderij Frans Hals, Portrait of René Descartes (1596-1650), ca. 1649-1700, Statens Museum for Kunst.



131 weergaven

Comments


bottom of page